water en rechts een man, een grot en handen. 

HEXAGRAM 59

De meester zegt: De rechterkant van het karakter is een man die een grot verlaat. De handen zijn de handen van zijn geliefden die de steen voor de opening wegrollen.

         Zijn leer is niet te weerspreken, daarom was hij een gevaar voor de heersende macht van het land. Zijn leer was het tegenovergestelde van geweld en macht gaat altijd met geweld gepaard.

Hij had zijn straf gehad maar als yogi zijnde was hij menselijk niet te doden. De macht zag zijn waarheid in na zijn ogenschijnlijke dood.

HEXAGRAM 59

         De meester zegt: er zijn twee manieren van leven. Je kan in een grot leven en daarmee geen deel hebben aan het totale leven omdat die grot je dwingt tot een geestelijk leven. En je kan in de wereld leven en steeds doende zijn met aan de werkdrang in je gehoor te geven.

         Het water stroomt langs beide manieren van leven, en wie het water ziet, weet dat de man in de grot in het gelijk staat hoe zijn tijd van leven door te brengen, want in zekere zin is hij één met het water.

Het water verandert niet, en als hij de regels van het universum ontdekt heeft, verandert er in hem ook niets meer. 

  Anton Heyboer, 1998-99

© LiSe Heyboer 1999-2008        HOME