|
HEXAGRAM
58 De meester zegt:
Nu
is de uitwisseling tussen de mensen... die bestaat tussen datgene wat in het
schemer van het meer leeft en wat nagenoeg aan de oppervlakte leeft. Het zijn
twee verschillende instellingen van overleven en dat is het grote onbegrip onder
de mensen maar het is ook het samen kunnen zijn omdat er een levensspanning
heerst tussen de meerbewoners en de oppervlaktebewoners. Daardoor is het
ogenschijnlijk vriendelijke en stille meer een tweede wereld ten opzichte van de
mensenwereid. In de mensenwereid bestaan deze verschillen ook b.v. in oerwouden
en in steden in de vormen van overleving maar die zijn langzaam op elkaar
aangepast geraakt en zijn niet meer echt verschillend in overlevingsbasis omdat
de plant die op de bodem van het meer zijn compleetheid heeft en toch nog heel
oerverschillend is van het chiorofyi waar de oppervlakkiger meerbewoners van
leven. Dit als bewustzijn hebbende is het meer boven de berg. De berg is toch
des mensen en de allerdiepsten van het meer is mensontoegankelijk. Die
op de bodem heeft een vermogen ontwikkeld dat hij niet naar de oppervlakte hoeft
om zuurstof te halen. Het
meer heeft zijn oerprincipe vastgehouden en daarom is het boven de berg want de
aarde heeft zijn oerprincipes verlaten. In het meer geldt nog het overleven
zoals dat oorspronkelijk op de aarde ook gold maar de aarde heeft het overleven
verlaten en is overgestapt op het verrijken, op bezitsvorming. En
het meer is genoeg is genoeg. |
© LiSe Heyboer 1999-2008 HOME |