boom of vlag en mannen 

HEXAGRAM 56

De meester zegt: Het is een teken van de aarde. In het spirituele kan slechts één man zijn. Er is één wijze of er is één meester. Er zijn nooit twee wijzen tezamen of twee meesters tezamen. Op de aarde kunnen twee mannen tezamen zijn als trouw gezworen hebbende aan hetzelfde vaandel. Hun territoriumgevoel met de dodingsdrift die daaraan gepaard gaat wordt in dienst gesteld van de keizer of het gezag. De andere vertaling die er van is, dat beiden omsloten worden door het territorium van de boom, daar zijn ze beiden in dienst van de natuur. Het is een karakter dat aangeeft waardoor alles bestaat zoals een pot die met aarde gevuld is alleen maar een zaadkorrel kan laten ontspruiten. Dit is de meer botte achtergrond van het bestaan waardoor ook in vertalingen het woord leger voorkomt en de voeten en de treden die zij zetten zijn rechtstreeks verbonden met het innerlijke van de aarde. Zij zijn de drager van een van de vier basishexagrammen van de Yi-Jing waar wat hier als boom of mast of een andere beperkte verwijzing is in het karakter, dat zij dragen de wereldas is en wat hier kruin of ontspruiten of zelfs vaandel de leylijn is die de as kruist en deze is oneindig en daar langs beweegt zich het leven en op de Key-points van de ley-lijnen ontstaan de vernieuwende gedachten waardoor het leven zijn evolutie heeft.

  Dit leger of deze door het territorium van de natuur verbondenen zoals het leger door de kleuren van het vaandel verbonden zijn dragen de mogelijkheid tot kiemen en kiemkracht nar verre plaatsen. De kiemkracht ontsnapt daar waar het geen aarde meer is maar ontspruiting of vaandel. Deze kiemkracht waarin ook de Qi-kracht ligt, gaat in vele banen rond de wereld. Het toeval, het wonder, het geluk is als een mens op intuïtie af of op een belangrijke leylijnkruising of in hoogste instantie op een Key-point zich settelt. De Key-points zijn met de wichelroede al honderden jaren terug opgespoord en op zo’n punt wordt een burcht of een kerk of een klooster of zo maar de hut van een wijze gebouwd. Wie daar verblijft hoeft zich alleen open te stellen en ontvangt de levenskrachten en in het gunstigste geval ook het bewustzijn van de regels van het universum, die hij nooit zelf samen zou kunnen stellen waardoor de Yi-Jing ook altijd een irrationeel antwoord geeft en het Zen, het vervolg van de Yi-Jing, alleen irrationele taal spreekt. Want de bedoeling is alleen de mens de kracht van de leylijnen te geven waardoor hij de Qi-kracht in zich krijgt die de basis is van al zijn kunnen en ook van het gezind functioneren van zijn lichaam omdat zijn geest de regels volgt van het levend zijn.

  (Het zoeken naar leylijnen, liefst naar Key-points, zoals ook de toerist)

  (Draagt één van de vier …: zie hex.12, hemel boven aarde, en hier vuur boven berg. Vroegere en latere hemel, de spirituele en de aardse kant)

 

HEXAGRAM 56

1999

         De meester zegt: Een man is niet in het gebied waar hij thuishoort, toch moet hij dit gebied doortrekken. Overal dreigt gevaar en hij kan zich niet uitspreken wie hij eigenlijk is omdat de omgeving wel eens heel anders kan zijn.

         De man denkt hoe kom ik dit gebied door en hij ziet een boom en is in staat zelf die boom te worden, deel hebbend te worden aan die boom die ook vreemd is aan het gebied waarin hij staat omdat hij universeler is en niet gebonden aan een speciaal gebied. Die man en de boom hebben dus een overeenkomst. De man kan zich deze zo eigen maken dat hij de boom wordt. Als hij eenmaal de boom is en de andere man ziet dat hij ineens veilig is in het vreemde gebied voegt hij zich bij de man die de boom is. Als hij geestelijk nog niet zo ver is helpt de 1e man hem een handje. Zo kan een heel legioen de boom worden en dan gaan ze over tot de volgende fase dat ze zelf het hout zijn. Zij zijn het hout, het enige materiaal dat zich in het water kan storten en dan door de stroom onopgemerkt het hele gebied doorkruist. In het leger doet men een poging in die richting door de soldaten camouflage kleding aan te geven maar die blijven kwetsbaar. De man of de twee mannen of het legioen dat zich tot hout gemaakt heeft, heeft zich ook de drijvende kracht op het water eigen gemaakt, is dus ontstegen aan alle andere materie waaronder ook de mens die in het water zinkt.

         Zij drijven als een zwerver of als zwervers onopgemerkt tussen de mensen door naar de grenzen van het vreemde territorium. Zijn zij dit gebied uit dan veranderen ze zichzelf weer tot de individuen die ze oorspronkelijk waren en verzamelen zich in een herberg en drinken daar wat bier maar er is een nadenkende overwinningsglans op hun gezicht. Zij zijn onder eigen vaandel door het vreemde gebied getrokken. Vreemd kan met beschouwen als vijandig maar men kan het ook beschouwen als niet lichaamseigen en zij hebben de glimlach niet met gebogen hoofd er doorheen getrokken te zijn. Maar met opgeheven hoofd zich veranderd te hebben aan de herkenbaarheid dat ze anders waren door zich met veel geestkracht zo anders te maken dat ze in volle veiligheid zichzelf konden blijven. Zij konden zelfs tegen de bootjes der anderen aanbonken terwijl de anderen dit als een natuurlijk verschijnsel zagen. En zo ver plaatst de wijze zich onder de mensen.

  Anton Heyboer, 1998-99

© LiSe Heyboer 1999-2008        HOME