water, een wagen of (water-)wiel, een bijl 

HEXAGRAM 53

De meester zegt: Aan de oever van de rivier is een kerk opgericht omdat de weiden er groen waren en men niet verder hoefde te trekken en de tocht nog langer maken. Het centrale teken in het karakter is van God's huis, is de rust die intreedt met het heilig kruis. Er zijn daar buiten nog wel twee kruisen. Een van het goed en een van het kwaad, dus de levensspanning. Juist om die spanning te relativeren is hier het objectieve, het universele kruis, dat omcirkeld is omdat het niet van deze wereld is wat het uitstraalt, maar dat wel de kracht aan de wereld geeft om er te leven.

De bijl hakt nu het hout niet alleen voor de dag en het avondvuur, voor de warmte en het eten, maar de bijl hakt voor de voorraad om de winters door te komen en om vaste onderkomens als huizen te bouwen. De rivier is het voedende element waardoor de jacht over kan gaan in het verbouwen van granen en men in rust deze plek als de plek voor het hele leven kan beschouwen.

Het is dus het teken in de evolutie van de mens waar hij van jager tot verbouwer van granen werd.

En de kerk is het symbool want de mens moet een plek hebben om heen te gaan.

In het leven daarvoor was de wagen het verplaatsende verblijf dat op weg was naar de plek die de mens in zijn hoofd had om heen te gaan en het oprichten van een kerk is meer dat men aangekomen is op de plek waar men heen ging.

Het heeft voor de mens een spirituele waarde als derde en afstand van-het-leven-nemende kruis maar het heeft ook een visuele waarde van "hier zijn wij nu aangekomen” .

Het teken naast de bijl, het afgehakte hout, is het teken van het blijven.

 

Het is de bedoeling dat de mensen op hun lichaam een kruis dragen en daarmee tot dezelfde rust komen van het op de plaats aangekomen zijn. Degenen die dat niet bij zich dragen, dat geheiligde kruis, zijn ook veel onrustiger en zoekender en veel op reis. De steentijd-man die gevonden is in het ötz-tal had op de binnenkant van zijn rechterdijbeen een kruis ingesneden of getatoeerd.

Een kruis is een manier van plaats bepalen, zoals bijvoorbeeld lengte en breedte op aarde.

Met een kruis kom je vanzelf op de weg van het spirituele terecht, want waar het lichamelijk bewegen ophoudt ontstaat acuut het spirituele leven omdat de natuur geen stilstand duldt.

Het dragen van het kruis heeft een spirituele maar ook een visuele betekenis en de visuele betekenis is ook dat het beschermt. Het is nu door Körbler aangetoond dat het tegen verkeerde vibraties beschermt, zowel uitgaande van voorwerpen, zoals electromagnetische trillingen, als van mensen.

HEXAGRAM 53

         Als men binnen 50m. van de beek slaapt dan moet men met het lichaam dwars op de stroom slapen want de beek is een kosmisch overblijfsel van het stollingsproces van de aarde. Als men in de richting van de stroom zich neerlegt met het hoofd naar de bron vloeit de energie uit het lichaam en met de voeten naar de bron krijgt het hoofd teveel bloed en wordt de bloeddruk hoog. De lijn die als aardas door het levende wezen gaat is naar boven toe geheiligd en naar onder toe geheiligd dwz dat men eigenlijk klaar is en zelf het universele kruis  ent dat gevoed wordt door het water dat een levende bode is van de kosmos. De toon die de beek voortbrengt is de F toon. De grootste in de muziek, Bach, heeft al zijn creaties in F geschreven omdat men dit ontvangen van de kosmos niet alleen als genade wil beleven maar het ook in conflict met de materiele aanwezigheid creativiteit oproept en deze creativiteit is een doen.

In het karakter wordt het doen afgebeeld in het meest essentiële doen, de bijl die het hout klieft. Maar bij Bach heeft het ontvangen van de genade zich in het doen vermateraliseerd in de Mattheuspassion. Omdat men zo bij de beek liggend als eigen leven de Mattheuspassion ervaart n.l. de gang naar het kruis als zich zichtbaar maken van het materiele dat dit kosmisch kruis ervoer.

         Naar de gezegden van de Feng-Shui meesters wordt de chaos van het denken zinvol in de toon F als meditatieve overheersing van de andere vibraties. De Feng-Shui meesters prijzen dan ook een fontein aan in het huis die naar de beek verwijst en ook in klank in die richting gaat.

De stortbak van het toilet, mede met het toilet, behoren in een FengShui huis niet aanwezig te zijn omdat de waterklank van de stortbak het hele F-patroon uit het huis teniet doet, want alles wat bestaat, bestaat uit trillingen en vibraties. Het heilig kruis staat in de juiste levensvibratie die lichaam en geest een maken zoals Christus die aan het kruis hing met boven zich geschreven “ziehier de mens”. De doornenkroon moet positief uitgelegd worden. Hij was de koning, meer is er als materie niet te bereiken.

         Het lichaam bestaat voor 70-80% uit water. Het heeft de F-vibratie nodig om levendig te blijven. Bach vermaterialiseerde in zijn muziek zijn “zijn”, waardoor je het 3e symbool in het karakter (de bijl) in zijn meest essentiele vorm kunst kunt noemen.

         De stilstand van het rad is de laatste incarnatie. Waar het Andreas-kruis samenvalt met het heilig of cosmisch kruis. Normaal gaat het in het leven weer door omdat je beweging wilt.

         Christus is waar Andreaskruis en cosmisch kruis samenvallen en hij vastgenageld wordt “ziehier de mens”.

         Men moet elke dag hetzelfde doen, daardoor ontstaat dat samenvallen. Als iets anders is, dan ontstaat weer dat Andreaskruis, dan moet je het weer wentelen tot het weer opnieuw het cosmisch kruis bereikt.

         Men moet er aan werken, er zijn ook velen die in het Andreaskruis op dezelfde plek blijven en geen incarnatie in hun leven mee maken.

         Het rad geeft aan dat het water stroomt. Stromend water heeft een vibratie die gebaseerd is op de F-toon.

HEXAGRAM 53

31-3-99

         Die bijl betekent dat er hard toegeslagen moet worden met F, dat F niet een lieflijkheid is en dat daardoor Bach Europa’s grootste kunstwerk maakte omdat hij in de Mattheus Passion het meest echte geluid maakte, de meest echte hardheid, de kruisiging van de Christus. De bijl is voor de spijkers waarmee de materie aan de geest wordt genageld. Daarboven staat dan “ziehier de mens” en de kroon van doornen is geen verachting maar een teken van zijn gelijk en dat gelijk dat is “Ik ben de weg, de waarheid en het leven”, en diezelfde zin staat in de TaoTeChing van LaoTze.

HEXAGRAM 53

31-3-99

         Het is natuurlijk zo dat het waterrad iedere keer als het beneden is bij het stromende water en de schep aan het rad een schep water meeneemt, dan stort hij dat water in de bevloeiingsgoot die op het hoogste punt is waar de schep kantelt om weer naar beneden te gaan.

         Het water wat dan over de velden vloeit geeft de mensen arbeid en doordat het dorre tot vruchtbaarheid komt. Dit is de technische uitleg van het karakter, maar om het karakter een spirituele waarde te geven moet men het op de mens betrekken. Men stelt de mens dan in de plaats van het waterrad en iedere keer als de mens helemaal beneden is, dan doet hij zijn waarden en zijn kennis op en dat stort hij als hij boven is, als deze waarden en kennis tot bewustzijn gekomen zijn, dan stort hij het uit en kan daarmee levende mensen maken. Het essentiële levensgevoel bijbrengen waarmee de andere mens aan het werk kan in zichzelf. Dit is de technische uitleg van de mens afgeleid van het waterrad.

         Een meer warme uitleg is dat een mens naast een stromende beek als hij met zijn hoofd naar de bron ligt en met zijn voeten in de stroomrichting en zo de nacht doorbrengt in slaap dat de oerkracht in het water die al van het begin der aarde deze weg volgt en de mens die daar zelf uit 80% uit water bestaat en die reageert op het geluid van de stroming die in de toon F staat en wordt s’ochtends geheel uitgeput wakker omdat het lichaam de hele nacht het machtige van het levende als bestaan heeft geleefd.

         Het is zo dat als de mens met de voeten naar de bron slaapt er een verhoogde bloeddruk optreedt omdat het hoofd ook al is het in slaap deze oerkrachten die in de F-toon tot hem komen, wil vasthouden omdat ze hem een verhoogde levensintensie geven. Daarom is er bewezen dat men dichter in de buurt dan 50 m. van het stromen verwijderd altijd dwars op de stroom moet liggen.

Stel nu voor dat men met het hoofd bij de stromende beek ligt en dat men zelf gaat functioneren of als steen die de oeroude waterrichting van stroming doet veranderen dus deel wordt van de bedding dan ontvangt men de levensbron of men functioneert niet als steen maar als scheppen van een waterrad waardoor in de hersenen in de diepte liggende motieven ieder moment als zij in het rad bovenkomen een kleine bijdrage doen aan een bewustwording van het oer of de essentie van het leven. Deze situatie is niet realiseerbaar en daardoor moet hij in abstractie tot vorm komen, en dan is de F-toon die de beek voortbrengt mede met de ionisatie die de zuurstof ondergaat en zijn elektrische spanning krijgt die hij aan het lichaam afgeeft waardoor de cellen hun oorspronkelijke lading krijgen en ongevoelig voor ziekten, aantasting van buiten af. Deze wereld die in de rationaliteit niet opgenomen is kan men in creatieve gedachtegang een loop laten nemen die wel van de betekenis van het karakter afwijkt, maar waar het karakter wel de oerbron van is.

 

HEXAGRAM 53

16-4-99

         De meester zegt: Water is altijd in beweging, het is ook het fascinerende waardoor de mens altijd naar het water toe getrokken wordt. Maar het water is deel van het oerbestaan van de aarde. De beek loopt sinds hij ontsprong ...

         Het is te groots voor de menselijke geest om te omvatten. Plaatst men een waterrad dat de beweging van de beek benut, dan ziet men hoe het eeuwig gebeuren ook in het menselijk zijn overgebracht kan worden. Met het Oosterse landbouwwerktuig, een hak, kan de grond opengelegd worden en heeft men de bevloeiing ervan in de hand door al of niet water uit het waterrad over het veld te laten lopen. Dit is de zinvolle betekenis van het karakter.

         Er is ook nog de lering dat de hak die een positieve werking op de mens en de geest heeft, dat die een bijl heeft die het gegroeide bv als boom afkapt en dan ziet men het eeuwige van het water en het rad en de bijl als tijdelijk, ziet men verenigd waardoor de haast uit het leven verdwijnt en het zien van het eeuwige aan de mens een rust oplegt in zijn noodzakelijk handelen te overleven.  Het eeuwige leidt zo het overleven in de juiste banen. Zo is ook het ritme van de hartslag in de juiste harmonie van yin en yang. Het overleven komt door het zien van het eeuwige in zijn ritme.

         Het zien van het eeuwige zou ook het kappen met de bijl in het hoogst noodzakelijke tot overleven moeten houden. Kapt men meer dan de meester van het water u bewust wil maken dan overwint de mens het eeuwige doordat ze de aarde tot tijdelijk maakt.  Omdat het zijn oerbron van zuurstof ontneemt. Daarom zegt het karakter geleidelijk en weest u bewust dat u zelf het eeuwige teniet kan doen waardoor de aarde als levende planeet een niet meer leefbaar hemellichaam gaat worden.

         De beek blijft vloeien als kosmische eeuwigheid en de mens die het waterrad bouwde en de bijl vasthield is verdwenen doordat hij zich niet hield aan de regels van het universele bestaan.

         Het leven moet voortdurend gevoed worden met oerwaarden, anders verdort het. Niet veel, het hoeven maar druppels te zijn, maar als deze ophouden, verliest het leven zijn zin.

         Zolang het water stroomt, is het leven zonder haast. Het zien van het eeuwige in zijn ritme geeft rust aan het handelen van de mens in zijn noodzaak om te overleven. Het eeuwige leidt het overleven in de juiste banen.

         Ook als de hak tot bijl wordt, moet de mens luisteren naar de meester van het water. Kapt hij meer dan hem toegestaan wordt, dan maakt hij de tijd. De beek blijft vloeien als kosmische eeuwigheid, de mens die het waterrad bouwde en de bijl vasthield is verdwenen doordat hij zich niet hield aan de regels van het universele bestaan.

  Anton Heyboer, 1998-99

© LiSe Heyboer 1999-2008        HOME