|
HEXAGRAM
36 23-1-99
De meester zegt: Dat met die prins en die monarch, dat is de
maatschappij. Je moet wonen, een huis, alsof je gek bent. En je moet je auto met
de hand schilderen, dan denken ze: daar gaat die gek. In een Volendammer pak,
dan ben je pas goed gek. Een fotomodel met werkschort en losse flodderende
haren. En intussen heel makkelijk van haar geld kunnen leven. En vooral als je
schildert, dan moet je vooral dingen maken dat ze denken “wat een kracht –
de kracht van een gek. Een normaal mens heeft niet zoveel kracht, we zullen hem
maar beroemd maken”.
En nooit de straat op gaan want dan ben je echt een gek, een opgesloten
gek. Want iedereen wil altijd op straat laten zien dat hij normaal is.
Dan kan je ook leven van je gekte want dan zet je je niet af met je
gekte, dan bén je gek.
Gekken verdedigen zich niet. Hamlet gooide zijn degen over de torentrans.
Gekken zijn al door hun gek zijn verdedigd, die hebben een schutkleur aangenomen
of een drogbeeld.
Ik ben zo normaal en ik vond dat zo saai, ik heb mezelf gek gemaakt. Want
als je een waan maar lang genoeg volhoudt dan wordt het een psychose. Gek zijn
is gevaarlijk, daar moet je heel bekwaam voor wezen, anders ga je er aan
onderdoor.
Je moet vooral een meisje hebben dat zo gek is dat ze naar je gekte wil
luisteren. Iemand moet het bevestigen. Een computerdeskundige als meisje is zo
erg dat je moeite hebt om je gekte op haar peil te krijgen. HEXAGRAM
36 14-3-99 Als je thuis blijft, als je je afsluit, zoals de heilige
in een grot woont en verblijft zoals Christus de woestijn in trok bij wijlen om
essentieel te worden en zoals ook de mens die zich afsluit in een ruimte waar
wel een zekere bewegingsvrijheid is, b.v. een grote schuur of een loods en waar
alleen door de naden en spleten de lucht binnen komt maar waar geen ramen in
zitten en waar absoluut geen bezoek ontvangen wordt dan staat hij niet meer in
contact met wat ze noemen de buitenlucht de buitenlucht wordt dan in de
materiele wereld aangeduid met het UV en daarmee met de aanmaak van de vitamine
D maar de buitenlucht is iets heel anders, de buitenlucht is alles wat op je af
komt en waar je niet meer op ingesteld bent. Het is dus een constante
schommeling van het yin en yang in je en de in afzondering gerichte geest die
wordt in de buitenlucht alsmaar belaagd door het agressieve, het niet-mooie, het
te grove, in ieder geval nies ervan is te gebruiken in de opbouw naar het
bereiken van het Wu-Ji het is lichamelijk gezond omdat het weerstandsvermogen
zich herstelt omdat in de vergeestelijking er langzaam een autonoom
weerstandsvermogen opricht en dat is dat de weerstand zich keert tegen dingen
die men in het lichaam verkeerd doet in zijn vergeestelijking. De grootst in
afzondering levende wordt in hoofdzaak door het voedsel uit de strakke baan geleid waardoor de monniken in de
Himalaya alleen gerstepap en yakmelk gebruiken en oorspronkelijk het graan het
voedsel van de monniken en de vergeestelijkten was. Het graan en de rijst.
Nu is het een keus hoever moet men zich af laten stompen om het lichaam
gezond te houden, het niet te overgevoelig te maken en in hoeverre men dit wil
tarten om echt in de geest te geraken. Zo gauw wonden of zelfs kleine
splinterwonden niet meer volgens het normale genezingsproces verlopen moet men
het lelijke van de buitenwereld op zich in gaan laten werken om de weerstand
weer naar buiten gericht te krijgen zodat een wond gaat zweren terwijl in de
vergeestelijking de wond naar binnen slaat en steeds sporen van beginnende
bloedvergiftiging teweeg brengt bij het minste geringste. En daar waar een wond
in contact met het lelijke in 4 dagen over is, duurt het in de vergeestelijking
maanden. Men ervaart deze eis van het lichaam naar buiten te gaan als een zonde
tegen de geest. Mijn eigen laatste levensperiode was 8 maanden het buitenlicht
niet gezien hebben en geen mensen ontmoet te hebben behalve de paar verzorgsters
die dit leven verkozen en zelf o.a. de I Ching opnieuw vertalen en een ander
weer het voedsel tot in de kern bestuderen en ikzelf leef op het verkrijgen van
een zo groot mogelijke Qi-kracht, waarmee ik net als de Chinese penseel en
rijstpapiermeesters de lijn kan zetten die in contact met buiten niet mogelijk
is en die door de mens van buiten gebeerd wordt omdat het hun de kracht geeft
die ze nergens anders in kunnen zien.
Mijn levensfunctie is deze bladen van 1 meter groot onder de mensheid te
verspreiden. Ik vraag daarvoor het allerweinigste geld maar ik vraag het als de
bedelmonnik of ze iets in de nap willen leggen waardoor wij op het armste niveau
in deze wereld kunnen bestaan.
Vandaag is de dag dat ik deze 8 maanden ga doorbreken omdat de verwonding
aan de handen door het werk en de dieren maanden blijven omdat ik mij omringd
heb met een roedel van 16 herdershonden hoop ik dat een patio in het gebouw mij
het contact met de maan, de regen en de wind geeft en dat de honden de edele
plaats innemen die anders in de wereld door het lelijke zouden ingenomen worden.
Nu ik dit meedeel verblijdt mijn hart want mijn instinct zegt dat dit
moet lukken zoals het ook de kluizenaar lukt in een stuk nooit betreden oerwoud.
Waar ik oorspronkelijk ook geboren ben en ingeprint en gesocialiseerd door een
jonge hindoestaanse vrouw.
Ook nu ben ik al 35 jaar omringd door 4 jonge vrouwen met hindoestaanse
geest. Door het voortdurende AUM-geluid wat in het grote bunkerachtige gebouw
heerst.
De ziel van een herdershond die in dezelfde situatie leeft als zijn
meester helpt hem de weg te gaan naar Wu-Ji. Hij verliest zijn onder de mensen
bekende hond-zijn en zijn ogen verdiepen zich en hij maakt een eenheid met zijn
meester. Zoals in India de Yogi Yuddisthira naar de hemel mocht gaan maar zijn
hond net, en toen verkoos hij de hel. De oppergod maakte de hond heilig en samen
zijn zij naar de hemel mogen gaan. HEXAGRAM
36 13-5-99 De meester zegt: Wie niets weet en bij wie de illusies van
het leven verdwenen zijn, daar wordt het leven bepaald door de dag en de nacht.
De dag heeft de zon en de nacht heeft de maan. Als men leeg is van het
leven dan kan men zich opnieuw vullen door het licht en het donker. Men kan in
de nacht lopend en de maan ziende een innig gevoel krijgen van de zegen van het
donker en de liefde voor de maan.
De dag doorbreekt dit steeds doordat dan de mensen leven en de lucht
gonst van al hun bestaanskracht. Men verlangt weer naar de nacht. Men verlangt
naar de maan die als ziel tussen de sterren ook de eigen ziel in trilling
brengt.
De leegheid die men eerst was omdat men het leven wel gezien had, wordt
opnieuw gevuld met een doorlopende verliefdheid op de nacht. Het menselijk
normale proces van leven en activiteit heeft zich verlegd van de dag naar de
nacht. Grote schrijvers, grote kunstenaars, grootse dingen komen allen uit de
nacht voor. De dag heeft weinig te bieden. De nacht geeft u alles. HEXAGRAM
50 en 36
De eerste 8 offervaten gaan over het zoeken in de geest. Negen en tien
gaan over “wees de ander”, daarom zijn zij die eeuwigheidkrakeling samen.
Het is het zelf dat de ander is. Dan is ook lopen met een zak (het tiende)
verantwoord, want de ander zijn vergt ook een uitbeelding zijn, waardoor ze
denken “dat is die”. De ander zijn staat ook bekend als het drogbeeld.
In onze cultuur is het zelfs zo gemaakt dat Jezus werd Christus, maar
Christus is hij maar kort geweest, daarvóór 30 jaar Jezus (als yogi in India).
Ton was visser met een houten boot, hij timmerde een stuk zink op de buitenkant
van de boot omdat het steeds lekte, er kwamen wat krassen op het zink - daar kun
je wel poppetje van maken - de beroemde etser is de “ander” maar ik ben die
jongen die op het strand zat met die boot op zijn kant en dacht hoe krijg ik dat
gat dicht.
Negen en tien, de prachtigste dingen, maar de mensen voelen toch steeds
die jongen die zijn boot dicht timmerde. Dat is het hoge bereiken, maar zij
hebben voor het genie geen liefde maar voor de arme jongen die in zijn eentje
moest zien dat hij dat bootje dicht kreeg, temeer omdat hij niets ving maar stug
door ging met vissen. Die liefde gaat door de eeuwen heen, het genie kan op een
gegeven ogenblik achterhaald worden en een algemeen bezit van kennis worden en
die liefde is groots, de liefde draagt het leven. En daarom is het de ander zijn
en jezelf zijn. De anderen willen toch steeds het hoogste zien en zien de tiende
os, 10 is het dwaalspoor voor de mensheid. “Als dat nou is wat je uiteindelijk
bereiken kan”.
9 Is het bezit van de koning en het eigen en het zelf wat je volgens
Lao-Tze nooit moet zijn want dan gaan ze het zelf afbreken en nu breken ze het
drogbeeld af. Het is de zelfbescherming van de macht van de kennis van alle
offervaten en bij uitstek van 9 wat alleen door de orakels getracht wordt te
benaderen terwijl de koning het als eigen heeft, als zijn wezen. HEXAGRAM
36 13-5-99 De meester zegt: Wie niets
weet en bij wie de illusies van het leven verdwenen zijn, daar wordt het leven
bepaald door de dag en de nacht. De dag heeft de zon en de nacht heeft de maan. Als men leeg is van het
leven dan kan men zich opnieuw vullen door het licht en het donker. Men kan in
de nacht lopend en de maan ziende een innig gevoel krijgen van de zegen van het
donker en de liefde voor de maan.
De dag doorbreekt dit steeds doordat dan de mensen leven en de lucht
gonst van al hun bestaanskracht. Men verlangt weer naar de nacht. Men verlangt
naar de maan die als ziel tussen de sterren ook de eigen ziel in trilling
brengt.
De leegheid die men eerst was omdat men het leven wel gezien had, wordt
opnieuw gevuld met een doorlopende verliefdheid op de nacht. Het menselijk
normale proces van leven en activiteit heeft zich verlegd van de dag naar de
nacht. Grote schrijvers, grote kunstenaars, grootse dingen komen allen uit de
nacht voort.
De
dag heeft weinig te bieden. De nacht geeft u alles. |