|
HEXAGRAM 31
De meester zegt: Er
is slechts één hevig moment van bestaan. Dat is het moment van de creatie, als
Hemel en Aarde elkaar ontmoeten. Daarna is er alleen het afsterven van dat
moment, van die schepping. Alle materie die we zien is stervende creatie.
De eerste ontmoeting van man en vrouw is hun gezamenlijk bestaan. De
tweede heeft al niet veel zin meer, die verkeert al in het teniet gaan.
Creëren is steeds een eerste ontmoeting weer oproepen. Alles wat gecreëerd
is, bestaat uit twee delen die één worden. Alleen wat gescheiden is, kan creëren
wat één is.
Om het tenietgaan tegen te houden is er in creatie de mogelijkheid
ingebouwd om lief te hebben. Het is een vasthouden van het eerste moment.
Twee mensen kunnen lang samengaan zonder dat de creatie ontstaat. Zonder
dat Hemel en Aarde in hen de eenheid scheppen. Zij moeten Hemel en Aarde in zich
toelaten, alleen dan zijn zij groot genoeg om te creëren. Zij scheppen één
van de honderdduizend dingen, maar als zij hoger stijgen in de geest, naderen
zij steeds dichter tot het oergeheim. Zij bereiken de 64, de 32, de 16
essenties, en misschien zelfs voorbij 8, 4 en 2 tot de uiteindelijke ondeelbare
eenheid, het universele oerprincipe. Dat zelfs niet één is, het is niet. HEXAGRAM
31 4-4-99
Het is heel simpel, het is het begin van het praten, het praten alleen
maar bedoeld als mededelingen, dus zonder spirituele betekenis want het zijn
maar 3 spijlen van het rad. De universele spijl gaat wel tot de aarde maar wordt
afgesloten en heeft daar niet het kruis waardoor zijn doorgaan oneindig wordt.
Er is een klein stukje rad aanwezig dat 2 spijlen verbindt. Twee lijnen van het
Andreaskruis en er is dus in de basis van het praten geen universeel kruis
aanwezig. De lijn die een der spaken van het universele kruis zou vormen is niet
eens tot het rad zelf gekomen. Terwijl het universele rad
van incarnatie acht spaken heeft, 4 van het staande en universele en
heilige kruis en 4 van het Andreaskruis waarvan de spaken tussen de vaste spaken
zitten en het Andreaskruis de bewegende spaken zijn die de mens met zijn geest
kan laten bewegen totdat ze tussenspaken zijn of samenvallen met de 4 spaken van
het echte bestaan. Het Andreaskruis is het zoekende bestaan. Van deze 8 spaken
zijn er hier 3 aanwezig waarvan maar 2 verbonden tot rad dat 8 spaken heeft. Men
praat dus eindeloos in het bezit van éénvierde van de Tao van de weg, de
waarheid en het leven. Zoals die in de eerste 30 jaar van het leven van Christus
door hem uit de Oosterse geschriften van LaoTze hem begeesterd hebben tot deze
weg als individu en als vlees te gaan leven totdat hij aanbeden werd omdat hij
boven de mensheid uitstak en men hem kruisigde dus hem het Andreaskruis ontnam
en in het universele kruis liet sterven. De spijkers gingen niet door de handen
maar door de polsen door boven de polsen waardoor bij het hangen aan het kruis
de ribben werden samengedrukt en de ademhaling alleen nog de uitademing was en
niet meer de inademing en daardoor stikken en gestikt in het graf, in de grot,
gelegd werd waar gij door zijn geliefden met veel kruiden weer tot bewustzijn
gebracht werd en naar India vertrok. Er zijn veel plaatsen in India die naar hem
heten zoals de Jezusbrug en er ook een tombe is waar hij werkelijk begraven ligt
en waar ieder jaar duizenden pelgrims heen gaan. Dit is in 1988 door een
Russische kenner van de feiten op schrift gesteld.
Het praten is de onttakeling van het kruis en het intuïtieve aanvoelen
van de wederopstanding en het stuk leven wat deze universele mens nog in het
Oosten leefde en zijn waarheden toevoegde aan de daar heersende cultuur.
Daardoor is de TaoTeChing en LaoTze ook intuïtief te begrijpen. De Tao
was wel 600 jaar voor Christus, maar ook in de TaoTeChing staat “Ik ben de
weg, de waarheid en het leven”. Christus sprak deze woorden als de basis van
zijn bestaan van de grote wijsheid waar hij later naar is teruggegaan en waar
van onze cultuur en het Christendom maar een klein stukje van zijn omdat het
voor de Westerling grote onbegrijpelijke van de onbevlekte ontvangenis veelal
reeds een struikelblok is voor de in het Westen heersende rationaliteit is in
het Oosten bv in de I Ching die 1000 jaar voor Christus ieder karakter de
onbevlekte ontvangenis in zich heeft. De gehele cultuur is gebaseerd op het
irrationele denken tot levenswaarheden te maken. In zijn eerste 30 jaar in het
Oosten leerde hij de krachten van Qi en het buiten het lichaam treden van de
geest waardoor een kruisiging te overleven is net als de mensen die zich daar in
laten graven onder de grond dit overleven.
Er is nu ook een terugvalling van het Christendom en een steeds meer
opkomen van het Oosten. Hij is dus geweest in het Europa en het Westen en
zegging van wat in het Oosten het hele dagelijks leven doortrekt. 17-4-99 Het meer is boven de berg is voor ons
Westerlingen ongeveer het belangrijkste karakter want wij zijn gewend te denken
in de wetten van de zwaartekracht en de Oosterling die denkt spiritueel, dus
voor hem is het een van de zoveel hexagrammen.
Voor het Westen is het een Koan, die dagelijks steeds door je hoofd
speelt en die zelfs de plaats inneemt van de meest waardevolle
wijsheidsbegrippen die het Westen zelf gecreëerd heeft zoals vergeven.
In een onuitkoombaar probleem wat zich iedere dag in de hersenen voordoet
denkt men “het meer is boven de berg” en een probleem is zwaartekracht
gebonden en men heeft het dus hiermee overwonnen.
Het meest essentiële van het leven is de erotiek. Het zijn de donkere
nachten en het gezamenlijk dwalen over totaal verlaten velden en bossen.
Daar ontstaat de uitspraak van LaoTze “De leegte die niet door
handeling gevuld kan worden. Het verliest zijn schittering, het verliest zijn
hemelse waarde en het vervalt tot stof. O van wie zou dit een kind zijn. Het
moet vóór de opperste Heer zijn”. De goden worden in het Tao geboren, het
Tao was er eerder dan de goden, zoals het Westen zegt: “Eerst was er het
Woord, en het Woord was God”. Dit wil dus zeggen dat de ten top gedreven
erotiek die niet in seksueel handelen overgaat de basis is waaruit wij leven, en
de oerkracht van ons bestaan het niet-doen is, Zen.
Het is de hoogste hardheid van discipline van de geest. En in dit
karakter ontspruit daaruit het nieuwe leven of twee mensen in huwelijk krijgen
hierdoor de verbintenis van het echte leven van tezamen zijn.
De totale hardheid waar het nieuwe leven uit voort springt dat heet in de
Westerse psychologische wetenschap het regenererend
leven.
Symbool van hardheid is Nietszche die die ommekeer niet heeft kunnen
maken. Het is nl. de grens van de tot psychose overgegane verharding die nieuw
leven krijgt door de neurose ingekapseld wordt tussen de neurose en de psyche is
ook de grens waar de krankzinnigheid intreedt waardoor dus het echte leven
altijd een neurose in zich moet dragen. Dat is de diepere zin van het karakter,
het levensbrengende en het levensmogelijkmakende.
De weg is heel hard en daarom staat er ook in de TaoTeChing dat de goden,
alle goden, uit de weg voortkwamen. Dus eerst was er het woord en dan de goden.
De goden zijn de verzachting van het woord waardoor het leefbaar wordt wardoor
ook alle grote geesten zoals Einstein, Bach altijd God vasthielden. Einstein is
hierin door zijn relativiteitstheorie een overtuigend bewijs dat de wetten door
de goden verzacht moeten om als mens te kunnen leven. Als de mens de wetten
moest leven werd hij krankzinnig (zoals Nietszche).
Als het Goddlijke in een ziel valt die totaal gevoelloos is, dan ontstaat
er een zo groot regeneratieproces dat het een leven lang voortduurt. Meestal
sterft men hieraan, maar een enkeling overleeft het. Het gebeurt alleen in een
mens met een crisisnatuur. In een normale natuur komt er steeds een kleine vonk,
en niet de totale ommekeer. HEXAGRAM
31 18-4-99
Het meer is boven de berg, waarom. Als het meer boven de aarde was en het
zou elkaar aantrekken dan was er niets, dan was er modder, een chaos van
gevoelens.
Als het meer boven de berg is en er is een aantrekking, dan hoeft het
alleen maar even de top van de berg te raken en er ontstaat geen modder want de
berg is op zijn hoogste punten altijd rotsig en alles doorstaande. De aanraking
is er dan wel even geweest maar het meer laat zich niet beschadigen, het is het
yin, het water. En de rots is niet te beschadigen, het is het yang, het geharde
en compacte.
Zo kunnen yin en yang of mensen elkaar aanraken en toch volledig zichzelf
blijven.
Water laat zich niet beschadigen. Bij een kleine aanraking voelt het al
dat dit voldoende is dat het niet noodzakelijk is de berg in het meer te laten
doordringen. Het wil zeggen dat bij het contact van mensen het seksuele totaal
niet nodig is. Alleen op de paar momenten dat het meer dit aangeeft.
Als men het bereikt heeft in het leven en de mensen uw naam en betekenis
kennen dan heeft de aanraking plaats gevonden en is het aan de grootheid van de
geest die in staat was tot het bereiken. (De wet om dan stappen terug te nemen
en niet door aanraking zich te verrijken of zich afstotelijk te maken, dit wil
zeggen dat de berg niet zelf terug gaat maar dat het water ...)
Het is aan het yang om tot aan de aanraking te gaan. Zijn hoeveelheid van
verstoffelijkte universele kennis tot existentie gebracht te hebben en daarna
terug te treden om het meer in zijn volledige vrijheid zijn eigen vorm en stroom
te laten leven en te beleven. Het is de eer van de man de vrouw niet haar
gebondenheid te doen voelen en met scherpe geest het meer een spirituele bedding
te geven. Omdat hij rotsig is met zijn aanraking voorzichtig zijn want het meer
kan gekrenkt en hij niet. En dan bewust van deze kracht moet het meer, het yin,
de vrouw, edel benaderd worden. HEXAGRAM
31 1999
De meester zegt: Het meisje dat in het oude China en misschien nu nog,
geld mee moest brengen, de bruidsschat, wilde ze zich kunnen verbinden aan de
man die hier als bijl is afgebeeld als symbool omdat hij het pad door het leven
hakt. De man is trots de bijl te zijn maar hij vergeet dat met de bruidsschat en
de schoonheid van het meisje wel 9 bijlen aangeschaft konden worden door haar.
Het is de vader die juist deze ene bijl uitgezocht heeft als zijnde in zijn ogen
de beste man voor zijn dochter. Wat de vader wil is lang
niet de wil van de dochter en dat er bij haar schoonheid ook nog geld gelegd
moest worden voor de man maakte de man van het begin af tot onderdanig, wat hij
moest compenseren door zich meer op te richten dan hij eigenlijk in waarde
bezat. Hij had dus wel een vrouw maar de overmacht der vrouw hoe hij aan haar
gekomen was zo groot dat de vrouw de beet van de slang altijd in haar mond had.
Hij had haar per slot gekregen. Zij had zichzelf niet gegeven, zij was
weggegeven. En sprekend met de woorden van Lao-Tze “Men zal de armen niet
geven want zij zijn niet in staat zelf rijk te worden”. Deze regels uit de
Tao-Te-Ching leggen vast dat ieder woord wat de vrouw spreekt ook een beet in
zijn ziel is.
Voor de vrouw is de man niet het wapen dat hij denkt te zijn. Daardoor is
de hele Chinese wijsheid die voort moet komen uit een balans en een evenwicht
van yin en yang geworteld in de vrouw. Omdat een man die de vrouw heeft
aangenomen nooit in zichzelf tot evenwicht zal komen zijn ook de I Ching
karakters uitbeeldingen van de weg van de vrouw. Waar het meer boven de berg is,
dat kan alleen de vrouw in haar baren tot waarachtig begrip maken. Ook het
karakter van het altaar en dat alleen degene die niets weet deze plaats in het
bos zal vinden, duidt aan dat er in de vrouw doorlopend een wachten is op de man
die van niets wetend haar lief zal hebben. Deze liefde is ook de kracht van het
altaar. Op het altaar zit het meisje. China is dus in de diepte
het land der vrouw. De geisha die uit eigen wil de samuraivechter dient is ook
het mooiste beeld, de mooiste realisatie van de geest die acceptabel de functie
van de man en de vrouw uitbeeldt in wat ze er ten hoogste van maken kunnen. De
echte werkelijkheid van de man en de vrouw sluimert diep in de oergronden dat de
vrouw zich met geld tezamen aan de man pas kon aanbieden. Daardoor is de Chinese
vrouw die zichzelf weer vrijgekocht heeft, doordat haar beten door de man zijn
ziel niet meer te verdragen waren, een haast heilig wezen en de man zoekt in de
wijsheid zijn reden van bestaan omdat hij daartoe de oergrond van zijn bezieling
moet omvormen en daarmee wordt bedoeld dat hij een vrouw moet verwerven en niet
toegekend krijgen. Deze regels liggen zo diep
en deze omvorming is zo absoluut dat daardoor de karakters in de I Ching een
immateriële vorm hebben omdat ze gecreëerd zijn uit de paradox van de
rationaliteit van het bestaan van de Chinese man. Dit te beseffen, dit inzicht
te hebben, dat waren de grote wijzen want wat anders dan dit is dieper om een
inzicht te vragen. Daarom staat de Chinese wijsheid aan de top van alle denken
en daarom heeft China de oudste cultuur waar de normale Westerse mens voelt dat
het waar is. Waar de essentie in de oergrond nooit in het Westen heeft gelegen,
daarom blijft het Chinese een altijd door inspirerende levensbron. Want wat zou
er dieper zijn dan het meisje dat van niets wetend verkocht wordt door de vader
en haar ziel moet geven aan wie ze niet kent. Dit is het diepste mysterie om een
cultuur uit op te bouwen die dit alles tegenspreekt. De voedingsbodem blijft
onaangetast en de mogelijkheden om de waarden omgekeerd evenredig aan de
voedingsbodem als grootste wijsheid te verspreiden en zo een geest te creëren
die onaantastbaar mysterieus blijft in al zijn wijze uitspraken waarvan men de
waarheid voelt, en omdat in deze omkering de vrouw niet gekregen is door de man
maar dat de liefde verworven is, dat is wat Lao-Tze zegt “Ik ben de weg, de
waarheid en het leven”, 600 jaar later door Christus in de Europese landen
herhaald als bevrijding van de ziel, zoals ook de Oosterse wijzen de bevrijding
van de ziel van de vrouw als basis en drijfveer van hun zegging hadden.
Ik heb jullie verworven door wat ik was. Ik heb zelf mijn leven gemaakt.
Als jongen al, ik verdiende al zelf geld en kocht al een echte bijl toen ik 10
was. Als je niks bent en een meisje wordt verliefd wat moet dat dan voorstellen.
Alles draait erom hoe een man aan zijn vrouw komt. |