|
HEXAGRAM 21
De
meester zegt: Een tweespraak van
twee figuren die naar boven toe afgesloten zijn van kosmische trillingen, die
dat wat hun leven geeft niet echt kunnen bereiken en dat beschouwen ze als het
orakel en zijn afgesloten van de richting gevende zegging naar het hogere leven
toe. Zij zitten gevangen en daar is alleen werken zoals overal buiten het
paradijs als therapie om toch te bestaan (kooi van Faraday, orakel van Delphi).
De kosmische sferics die zijn voor hen...
In de kooi van Faraday ontwikkelen ze een instinct om de kosmische
sferics als orakel een levensvulling te laten geven. Terwijl in het normale niet
van de sferics afgesloten leven deze sferics het leven gewoon doorvloeien en men
heeft er geen weet van men wordt er normaal van. Alles wat een creatieve
bijdrage aan de mensheid levert leeft in niet-normaal-kunnende-worden
omstandigheden. Men zou zeggen: ongezond.
De ongezondheid kan op vele manieren bereikt worden: afgesloten van de
sferics leven is wel de meeste vorm die de kluizenaar zocht b.v. in grotten. Hij
blijft onder invloed van de leybanen en het vertalen van de leybanen tot
kosmische sferics scheppen een bewust kruis in hem. In het normale leven de
mensen in het kruis van leybanen en sferics. Christus is een goed voorbeeld van
het omzetten van leybanen in sferics en zijn orakel heeft duizenden jaren
geduurd.
De medemens is n.l.
in staat om je af te sluiten van de sferics. Hij heeft geen invloed op de
leybanen die je omgeven. Daardoor is het geluk zo moeilijk te bereiken want
zelfs met het goede voor ogen kan men de ander de sferics ontnemen. Waar
de leybanen afgesloten van de kosmische sferics en intuitief een formule hebben
gevonden van dit is het leven, de weg en de waarheid, in oorsprong door Lao-Tze
gevonden en later door Christus als een formule uitgedragen waarin men door
middel van geloof dat het eigen wezen leven geeft daar is deze formule een
afgesloten geheel waardoor men zelf het kruis van kosmische invloed op aarde en
de leybanen die in contact met de aarde de gehele aarde omwikkelen, dan kan men
leven zonder gevoed te hoeven worden door de oorzaken van dit kruis want dan is
men zichzelf niet meer maar dan is men de ander, zoals ook Lao-Tze het leven
voorhield: Wees nooit jezelf, wees de ander.
Het
kruis dus het leven ontwikkelt zich dan steeds in deze ander. Men leeft niet
meer de regels van het leven maar men leeft de regels van de hemel door de
normale gezien als de dood. Eeuwig wordt het basisprincipe van alle bestaan en
denken en hiermee scheidt men zich af van het leven der mensen, dat gebaseerd is
op van een begin naar een eind gaan maar men is het eind ontstegen en creeërt
een eigen leven dat naar het begin gaat. Het
lichaam zelf produceert de mogelijkheid om steeds het kruis te leven.
De voeding van dit lichaam moeten de krachten hiertoe in zich hebben (tot
kruisvorming). Dus niet meer de smaak is bepalend, maar de hoeveelheid
opgeslagen spiritualiteit wordt bepalend. Zoals een graankorrel duizenden jaren
levend blijft en groeikracht blijft houden mist men de schil niet breekt want
dan is in 17 uur de spirituele voeding vervlogen.
De hier geschapen mens in het vat met de deksel levend kan uit zijn
spiritualiteit eeuwig voortleven als hij zijn beschermende aura heel laat. Hij
kan van daaruit spreken tot de wereld en zegt de meest essentiële
levensbegrippen met groot gemak omdat hij dagelijks door zijn bewustzijn voelt
gaan en de mens buiten het vat ervaart ze als grote wijsheid omdat de
kruisessenties wel door hem heen stromen maar niet zijn bewustzijn raken.
Daartoe moet hij gaan leren en geloven. Zo wordt de wijsheid geboren in het voor
de normale ongezond levenden. De normale mens is dan ook afhankelijk van de mens
die zijn eigen kruis tot stand brengt. Daarom zei Christus ook: Ik draag de
zonden der wereld. Het was voor hem de basis van geestvorming. Hij moest daartoe
zelf geen zonden hebben. Dat heeft de mens die zichzelf kruisigt niet maar
Christus gaf het ook nog in een formule weer van onbevlekte ontvangenis dus niet
ontstaan zijnde uit de zonde. 2-3-99
Praten met elkaar kan nooit zo diep gaan want de ander moet je begrijpen.
Het is het leven in de wereld. Maar
daar komt het universele en absolute en die dingen eigenlijk niet aan de orde.
Het is meer een omgangsvorm.
Het praten uit het vat, uit de afgeslotenheid, dan verdwijnt de
omgangsvorm steeds meer want dan wordt het meer een praten tegen zichzelf dat
wordt meer een meditatie en trachten zover mogelijk in de universele gedachten
te komen om daar dan een wereld te hebben.
Het praten met elkaar moet ook verstandelijk zijn en het mediteren moet
spiritueel zijn. |
© LiSe Heyboer 1999-2008 HOME |