|
HEXAGRAM 11
De
meester zegt: De
berg Karma. Als
je niet aan de goden gehoor geeft, dan leef je het karma maar je leeft ook tegen
je karma in, daar waar dat karma niet bij de ontwikkeling van je persoonlijkheid
meer past. En op die manier vervorm je je karma en word je een van de velen. Als
je naar de berg Karma gaat en je vraagt de zegen van de goden dan krijg je als
antwoord "je moet de ander zijn". En dan word je deel van de goden dan
treden eigenschappen van de goden in je waardoor je een gecreëerd leven leeft
en van daar uit het leven ziet wat je anders had geleefd. Dit zien geeft een
blijdschap (en een vrede), want je hebt jezelf geboren laten worden en komt
zonder programmatie en zonder erfelijke belastingen. Gekozen tussen karma met goden en karma zonder goden (erfelijke) Het karma
met de goden voltrekt zich volgens de regels van het universum en houdt daardoor
ook de structuur van de cellen van je lichaam gezond omdat die geestelijk de
juiste voeding krijgen. Heeft te maken met voeding want het oorspronkelijke karma had zijn eigen
voeding en het godenkarma heeft een totaal andere voeding. Het lichaam kan zo
het karma volgen. De geest kan het dagelijks voeden. Ik leid dit leven maar ik ben
er totaal niet geschikt voor. Ik leid dit leven omdat ik bij de berg Tai ben
geweest. De berg Tai legt je een gevangenschap op die in uiterste consequentie
eindigt in een grot wonen of in een afgesloten ruimte wonen omdat elk contact
met de mensen niet meer mogelijk is. Want die ontnemen je acuut de Ch'i-krachten
die je nodig hebt. Massa fungeert als riool voor de Tao-man.
23-10-01
De meester zegt: De I Ching is geschreven vanuit een andere
denkondergrond dan het gangbare en normale denken. Als we nu het karakter nemen
“het meer is boven de berg” dan is het ontstaan van het karakter zelfs nog
anders dan de meest primitieve uitleg in het Chinees, en zeker geheel anders als
het denken van het Westen. Het meer is boven de berg is de man die Tai Shan
beklommen heeft zonder hulpmiddelen, zoals in het karakter de mens tot zijn ziel
is teruggekeerd en het omhoog gaan langs de offerberg steeds meer … hij steeds
meer van zijn menselijke afgestomptheid aflegt zoals denken langs mechanische
wetten en dan geheel ontdaan van zichzelf, als wezen boven op de berg het grote
oerwater ziet waar hij zelf miljarden jaren terug zijn oorsprong als leven in
ontstond. Hij kan dit water weer in gaan en is van de aarde verlost. Daartoe
nodig was het offeren van alles wat de mens maakt, zoals hij geworden is. Hij is
in het oerwater weer onder het vele wat daar zijn oorsprong vond. Dit ontdaan
zijn van zijn individualiteit en opgenomen zijn in de bron van leven geeft hem
het direct contact met de goden.
Tai is het offeren. De motivering tot offeren moet zijn het verkrijgen
van een vrijheid. In het normaal menselijke is de aarde boven de hemel. In het
zich geofferd hebben in de berg Tai verdwijnt de aarde want in het wezenlijk
denken van het I Ching is er geen aarde, er kan wel als symbool de berg Tai zijn
maar die heeft met de aarde niets te maken. Hij is een aangeving vanuit de goden
welke weg men moet gaan. En de weg is altijd zich te bevrijden van de aarde, dat
houden alle goden de mens voor. Dus daar waar de aarde boven de hemel is, is hij
daar om hem door de mens te doen verdwijnen. De weg is anders maar na de
verdwijning der aarde herkent de mens zich in de ander die de berg Tai ging tot
boven de berg, tot in het meer. Het laten verdwijnen van de aarde laat het meer
en de hemel tezamen smelten. Het zijn de 2 eigenschappen van de mens tot het
teruggaan naar zijn oergrond. Het offeren aan Tai is de yangkant en het
spirituele uit de kosmos halen en de aarde te laten verdwijnen als spirituele
kracht in de mens – hij is daar in de mens opgegaan – is de yinkracht tot
het bereiken van het hogere. Het is de vrouwelijke kracht waardoor ook de man de
sawah’s ploegt en de vrouw de rijst erin plant en er uit oogst als zijnde één
met wat kon groeien uit de voorbereidingen van de man. |
© LiSe Heyboer 1999-2008 HOME |