|
HEXAGRAM 1 De meester zegt: Het gevende en ontvangende
in één teken, daar ontstaat de cosrnische levensdamp, de spherics, daar
ontstaat in het teken zelf het creeerende en dit is een wet en dan krijg je . .
de zon is hier niet in betrokken, die wordt met een lijn afgeschermd hiervan. De
zon geeft aan dat het de cosmische wet is, hij is niet van de aarde, het is een
oerwet die ook in de cosmos bestaat maar daar alleen in warmte en kou, in
elementaire werkingen. Als die in een geest aanwezig zijn dan ontstaat de
levensdamp waar ook de juiste levensvibraties in aanwezig zijn en de zon is er
bij vermeld want in principe gebeurt hetzelfde in het heelal alleen heerst daar
niet de geest van het levende zoals we die op aarde kennen. Dus het scheppende
is een heelal-mens. De heelal-mens heeft het gevoel deel te zijn van de cosmos en te
leven volgens universele wetten i.p.v. emotionele wetten en dat maakt hem tot
het scheppende. Want hij transformeert toch de universele wetten tot menselijk
te ontvangen levenskracht. Deze kracht is de liefde. De ontvangende mens, in principe de vrouw, hecht zich in deze liefde
aan de cosmos-aarde transformerende man maar die man heeft geen menselijkheid om
die liefde te beantwoorden. Hij kan alleen streng zijn transformeren in stand
houden waardoor de vrouw een stabiliteit gaat ondervinden gelijk aan de
eeuwigheid die de oorsprong is van het creëeren en dan ontstaat een
onverbrekelijke eeuwige liefde doordat de vrouw de wetten zo eigen worden dat ze
ook volgens deze wetten de man gaat beantwoorden. En dan het vermengen van deze
wetten is de eeuwige liefde. Het mens zijn is dan ver gepasseerd.
|
© LiSe Heyboer 1999-2008 HOME |