pot met druppels 

HEXAGRAM 42

De meester zegt: In veel culturen bestaat het regengodje. Het is een kleine figuur die een pot of kan omklemt en hoopt dat er regen gaat vallen. Het is een gewoon in brons gegoten klein voorwerp wat in de gezinnen die de velden bewerken als belangrijk punt in het huisje wat ze bewonen, inneemt. Het is de hoop, het is het nooit loslaten van dat de droogte zal blijven. Het is het symbool van de vruchtbaarheid. De kan is tevens het symbool van de vrouw die hij omklemt, vasthoudt. De vrouw is ook de vruchtbaarheid.

         Voor het verbouwen moet de man ook de vrouwelijke eigenschap bezitten van het afwachten. Een in rust kunnen in verwachting zijn.

         Daarom zijn de gewassen verbouwende mensen anders dan de stadse mensen. De verbouwende mens is gewend geraakt in generaties lang dat de natuur de meester is die zijn leven in de hand heeft. Komt de regen niet op tijd dan zijn zij gelaten en zie na lange tijd wordt dit beloond door een overvloedigheid van water en daardoor worden ze gesterkt in hun geloof. De mensen die de steden bewonen hebben andere gevoelens zoals teleurstelling, ongeduld en er is geen reden waarop op natuurlijke wijze het geloof als geschenk tot hen komt omdat dat wat menselijkerwijs niet meer kon toch in enige dagen of weken door de natuur in overvloed hersteld wordt. Zo kan men niet spreken van “de mensen”. Er zijn mensen die met het groeien en de grond leven en iedere verandering van de wolken in zich opnemen of ze ten gunste van hun gewas gaan. En de andere groep mensen die eten wat er verbouwd is en de natuur alleen zien als ontspanning en alleen de zon is voor hen van belang terwijl de met de gewassen levende mensen dezelfde liefde voor de regen hebben als voor de zon. Zij leven dus een completer leven.

  Anton Heyboer, 1998-99

© LiSe Heyboer 1999-2008        HOME