handpalm, cirkel (=leeg, deksel of opening?) en vaas 

HEXAGRAM 41

De meester zegt: En hiermee verbind ik u tot man en vrouw. Het meisje en de jongen hadden zich nog steeds erotisch met elkaar verbonden in de vorm van het paradoxale. Dat is een Andreaskruis waarin de ene helft het tegenovergestelde is van de andere helft en dezen hadden ze verbonden met een doorlopende opening waar de spanning van de linkerhelft en rechterhelft weggenomen is en waardoor het yin en yang ook zijn levensbrengende waarden ten opzichte van elkaar verliezen wat aangegeven is doordat vanuit het midden van het essentiële kruispunt een erotisch punt naar de aarde gaat. Het is geslachtelijk geworden.

Erboven is de ring van de oneindigheid, ook de ring waarop de zegen rust van “hiermee verbind ik u tot man en vrouw”. Waar yin en yang verweven zijn als in Tai-Ji en niet meer het spanningsveld van het yin zijn en het yang zijn als levensprikkel hebben, maar de vreugde als levensprikkel hebben dat hun beider ziel tezamen smelt en het leven geen spanning nodig heeft om te bestaan maar de rust van het bereikt hebben een grote groei in beiden teweegbrengt, die hen uiteindelijk naar Wu-Ji zou voeren, zoals de boom die er naast staat of de twee handen die elkaar reikend verlengen naar de leegte van Wu-Ji en dat is zonder begeren het leven lief hebben.

Zoals alles wat leeft in de natuur en ook in de bomen en planten maar zoals het in de mens in lust verloren is gegaan.

            Het lagere heeft zich zo sterk verminderd dat in gevoelens en Wu-Ji alleen het hogere bestaat.

 

            De verhouding tussen yin en yang ...Dat steeds op yin en yang de nadruk gelegd kan worden en het hele leven een spel is en een flirt is rond het seksuele, en dat er een ander meisje komt dat zich herkent in de man waar het spanningsveld van yin en yang gelijk wegvalt en waar in elkaars armen het yin en yang het volledig evenwicht krijgt, zoals dat ook in het Tai-Ji teken is aangegeven, een stuk yang in yin en een stuk yin in yang.

 De oorzaak is dat beiden door het hele leven zijn heengegaan en de rust tot stand komt omdat beiden, ook in tijden dat ze elkaar niet zien, het cultuurmiddel opium gebruiken waardoor ze samen in Wu-Ji  in een zeer hoog begrip van menszijn één compleet bestaan vormen.

Opium zoals in China of hasj zoals algemeen een middel om het normale uit de geest uit te bannen, want eigenlijk is het normale geen deel van de geest. Het is een programmatie die aangeleerd is om in een totaal geprogrammeerde maatschappij een plaats om te werken te kunnen veroveren en daardoor te kunnen bestaan.

De wijzen laten voor zich werken zoals ook de bedelmonniken, om buiten de programmatie te blijven.

Men kan denken aan de goden en de wijde heidevelden en tsjoep er valt zomaar een kwartje in de bedelnap, van de voorbijganger van wat deze mens leeft.

HEXAGRAM 41

1999

            De meester zegt: De mens die alles meegemaakt heeft, de oorlogen en de vredes die ook weer oorlogen bleken te zijn, die mens zou in een ontreddering terecht gekomen zijn als hij niet zichzelf een psychogeen of een denkbeeldig leven indacht.

De mooiste weg is terug te gaan in zijn oerafkomsten en weer worden als de grotten en de wouden. Op een gegeven ogenblik treedt er een eenheid in hem in dat hij is als de wouden. Hij is als de bomen, zijn erotisch leven wat in het vroegere stormachtige bestaan zijn zin verloren heeft krijgt weer zin als hij zich in de bossen op de losse aarde gooit en met zijn handen er in wroet. Het is zijn nieuwe vrouw en zij geeft hem een nieuwe zin van niet de totale bossen te zijn waarin zijn hart verzwierf, maar een identiteit te zijn zoals een boom dat heeft en de sappen uit de aarde naar de hemel toe laat reiken en dit als een nieuwe geest, als een nieuwe persoonlijke geest ervaart. Het is het manlijke of de yang drift die zich in het uitgroeien in het yin verliest.

Hij is nu weer een half mens, hij is groots en heeft veel geest maar hij moet nog een ziel hebben. Zijn ziel was tot nu toe verbonden met de eenheid die hij had met de wouden maar nu hij zich ter aarde gestort heeft en de losse bladgrond over zich heen wreef en in de mond nam omdat zijn voortplantingsdrift hem toch tot een vrouw dwong, nu is hij niet meer de wouden maar zelf verrezen als een boom. Zijn ziel die eerst zwierf over de wouden kan dit nu alleen hunkerend doen. Zijn ziel moet ook nu bij hem blijven.

Daardoor heeft hij voor de andere helft van zijn mens zijn een holle ruimte, een vat of een ton, nodig waar hij in kan gaan en niets meer ziet en in deze donkere ruimte zichzelf weggeeft aan de goden, dit ook met woorden begeleidend van “Hier is mijn lichaam, ik sta het af. Hier is mijn bloed, hier is alles waaruit ik besta, het is alles voor U”. En in dit offervat blijft een ziel achter.

Omdat deze mens voldeed aan de regels van het bestaan werd hem gegeven ver boven de top van de bomen die hij dacht te zijn, uit te gaan en de Tao werd hem geschonken, waardoor bleek dat het vertwijfelde leven dat hem hiertoe gebracht had, wel noodzakelijk was omdat een mens zonder dat nog niet geboren is, maar dat het ook ten opzichte van de hoogten van het leven waar hij nu ingetreden was een armzalig menszijn geweest was en dat hij zichzelf in het offervat geboren heeft laten worden om deel te hebben aan de wereld der goden, wetend dat het niets hebben, het Wu-Ji, het alles bezitten is.

Anton Heyboer, 1998-99

© LiSe Heyboer 1999-2008        HOME